dinsdag 25 maart 2014

Muselfie

Al enige tijd liep ik met het idee rond om het Rijksmuseum te bezoeken. Nu het verbouwd en gerenoveerd is, vond ik het tijd geworden voor een hernieuwd bezoek. Mijn nichtje hield een spreekbeurt over het Rijksmuseum. Ik mocht getuige zijn van haar generale repetitie. Zij heeft mij het laatste zetje gegeven om daadwerkelijk te gaan. Dit zetje heb ik bij dergelijke grote musea echt nodig. Mijn museum conditie is niet al te best. Een bezoek houd ik maximaal twee uur vol. Wordt het langer dan krijg ik last van een zogenaamde museum-rug. De pijn hiervan is te vergelijken met de pijn die je oploopt na een dag slenteren door de stad of na het dagenlang sjouwen van zakken cement. Ik besloot dan ook maar een klein deel van de collectie te bekijken. 
 
Het museum voldeed aan al mijn verwachtingen. Het gebouw is prachtig geworden en de kunstwerken zijn een lust voor het oog. Het atrium en de eregalerij zijn op zich al een bezoek waard. Natuurlijk is het museum niet langer slechts een gebouw waar kunst is verzameld om te worden bekeken. Er zijn rondleidingen, lezingen, audiotours, workshops, cursussen, cafés, souvenirshops en boekwinkels. Alles wordt uit de kast gehaald om het publiek te blijven boeien. Mensen willen echter nóg meer ervaren en er nóg meer aan overhouden. 
 
Ik ben al gewend aan mensen die elk kunstwerk op de foto zetten om thuis te bekijken. Ook kijk ik niet meer op van mensen die al filmend door het museum lopen. Hierbij worden de bordjes met uitleg over het kunstwerk niet overgeslagen. Deze mensen negeer ik gewoon en ik loop met alle plezier dwars door hun beeld. Nu is er echter een relatief nieuw fenomeen, de ‘museum selfie’ of ‘muselfie’. Mensen staan hierbij vlak voor het schilderij, met de rug er naar toe en hebben de arm gestrekt voor zich om een foto van zichzelf te maken. Je kunt ze niet negeren, laat staan door hun beeld lopen. Het blijkt moeilijker om te genieten van ‘Het melkmeisje’ en ‘De bedreigde zwaan’ als er tegelijkertijd mensen voor staan te poseren”. Hoewel relatief nieuw rouleren er al honderden ‘muselfies’ op internet. Google weet zelfs al raad met het woord. 
 
Toegegeven, sommige kunstwerken vragen er om gefotografeerd te worden. Vooral bij moderne kunst bekruipt me deze drang ook regelmatig. Ik had echter niet gedacht dat de ‘muselfies’ zo’n grote vlucht zouden nemen (Twitter: #muselfie). Sinds kort weet ik echter dat ik dit idee moet bijstellen. President Obama heeft namelijk ook een bezoek aan het Rijksmuseum gebracht. Op de museumsite staat een foto van hem samen met hoofddirecteur Wim Pijbes. Hierbij poseren ze voor de ‘Nachtwacht’. Weliswaar geen ‘muselfie’ maar deze foto gaat zeker bijdragen aan het succes van het portret voor een kunstwerk. 
 
Ik stel daarom voor om een fotograaf te positioneren bij enkele topstukken. Deze kan dan een foto van de bezoekers maken die poseren voor het kunstwerk. Deze foto kunnen ze bij het verlaten van het museum aanschaffen. Ik ben er zeker van dat dit veel geld in het laatje gaat brengen.

maandag 17 maart 2014

Sollicitatie etiquette

Het is crisis. Veel mensen zijn werkloos en zijn driftig aan het solliciteren. Tegenwoordig gaat dat solliciteren niet meer met papieren brieven en cv’s, momenteel gaat het allemaal via internet. Tijdens het hele sollicitatieproces komt geen papier meer om de hoek kijken. Er wordt geadverteerd op internet, via LinkedIn en zelfs Twitter. Reageren op vacatures kan via online formulieren. Hierbij vult de sollicitant alle gegevens online in en krijgt na verzending een mooie standaard ontvangstbevestiging. 

Dit lijkt allemaal eenvoudig maar voor de sollicitant blijft het nog steeds dezelfde lastige klus om zijn of haar motivatie en geschiktheid in enkele zinnen voor het voetlicht te krijgen. Dit moet nog steeds in foutloos Nederlands en met prachtige volzinnen, anders valt iemand bij de eerste schifting al af. Het internet staat vol tips voor een succesvol sollicitatieverloop. Hierin is in dertig jaar tijd niet veel veranderd. Het lijkt eenvoudiger geworden voor de HR medewerkers. Door het ruime aanbod hebben ze het momenteel voor het uitkiezen. Dit lijkt bij velen te ontaarden in gemakzucht en desinteresse.
 
Het zal nooit eenvoudig zijn geweest om een duidelijke vacatureomschrijving op te stellen. Iemand moet namelijk niet alleen verstand hebben van HR procedures maar ook van de inhoud van de functie. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Standaard teksten als “Je bent zowel een teamplayer als zelfstandig sterk” zijn dan niet te voorkomen. Het is echter schrijnender dat veel vacatureteksten bol staan van de fouten. Vacatures met spelfouten (“Je bent gewent”) en onsamenhangende zinnen die kennelijk via het copy-paste proces zijn opgebouwd, zijn eerder regel dan uitzondering. Als een motivatiebrief en cv foutloos moeten zijn, dan mag je dat ook van de vacature verwachten. Toch?
 
Om meer duidelijkheid te krijgen over de vacature zou je contact kunnen opnemen met de persoon die genoemd wordt in de vacature. Deze blijkt, mogelijk vanwege de vele geïnteresseerden, vaak niet te bereiken. Het inspreken van de voicemail, waarbij wordt beloofd dat je zo snel mogelijk wordt teruggebeld, haalt niet veel uit en is niet aan te raden. Teruggebeld word je meestal niet. Het verzenden van een mail heeft ongeveer hetzelfde resultaat, een oorverdovende stilte. Geen sociaal geaccepteerde manier van met elkaar omgaan. Toch?
 
In de huidige tijd komt het helaas vaak voor dat een sollicitant wordt afgewezen. Dit kan om volstrekt legitieme redenen gebeuren. De meest gehoorde reden is echter dat er zich kandidaten hebben gemeld die beter passen bij het gevraagde profiel. Als twee weken later dezelfde vacature opnieuw wordt geplaatst dan is duidelijk dat er geen andere geschikte kandidaten waren. Waarom niet gewoon zeggen dat een sollicitant niet geschikt lijkt voor de functie en om die reden wordt afgewezen? Een beetje werkzoekende moet een dergelijke afwijzing tegenwoordig wel kunnen verteren. Een onderbouwde reden van afwijzing is wel het minste waar iemand recht op heeft. Met deze onderbouwing kan diegene namelijk zijn voordeel doen bij een volgende sollicitatie. Toch? 
 
Laten we hopen dat HR afdelingen het in de nabije toekomst weer moeilijk krijgen om geschikt personeel te vinden.

dinsdag 11 maart 2014

Trollen en lurkers

Er is in Nederland een behoorlijk grote groep mensen met te veel tijd. Het schrijven van reacties en commentaren op internet moet voor deze trollen een dagtaak zijn. Er hoeft maar een artikel te verschijnen en vijf minuten later barst het al van commentaren. De reacties komen vaak niet verder dan het spuwen van overtollig gal. Vooral de ‘roverheid’ heeft het zwaar te verduren. In reacties op berichten over de politie gaat het steevast over ‘zakkenvullers’ en ‘ga boeven vangen’. Politici kijken niet meer op van het feit dat ze tot ‘oplichters’ en ‘graaiers’ worden gebombardeerd. 
 
Nu zo goed als iedereen toegang heeft tot internet lijkt het verworden tot een nationale uitlaatklep. Tot mijn verbazing zijn de sites uitlaatklep.nl, stoomafblazen.nl en galspuwen.nl niet actief. Dit is aan de andere kant ook niet nodig want iedereen kan op bijna elke site zijn of haar ongenoegen uiten. Het lezen van de reacties kost mij vaak meer tijd dan het lezen van het artikel. Laat staan wat het aan tijd kost om ook nog eens reageren op de reeds geschreven reacties! Gelooft men nou echt dat er iemand op zit te wachten? Of dat er ook maar iemand zich iets aantrekt van de kritiek? Dit laatste zou nog het geval kunnen zijn als de reacties met argumenten gestaafd zou worden en niet vol taalfouten zaten. Toch maken deze twee aspecten het lezen van de reacties juist zo leuk voor een lurker als ik. Ik ben benieuwd wat de reacties zouden zijn op een artikel waarin het niveau van het taalonderwijs in Nederland wordt bekritiseerd. 
 
Er zitten vaak, onbedoelde, juweeltjes tussen de reacties. Een snelle blik op de site van de Telegraaf levert al snel de volgende resultaten: “de overheid plukt ons kaal om dit soort figuren een riant en protserig leven te laten lijden” of “deze partij is volkomen de weg kwijt en voor mij mogen ze op de rotonde links af slaan”. Vaak helpt hardop lezen om iets te begrijpen: “leuke film om te zien droge humer er in wel leuke karakters en hoe in werkelijk hijt kan gaan in leven als je een avond niks op tv is kan je wel die film kijken” (review van een film). Dit soort reacties zouden gebundeld moeten worden en gepubliceerd op één van de genoemde inactieve sites. 
 
De reacties en commentaren moeten gezien worden als een vorm van nationaal stoom afblazen. Hopelijk wordt met dit afblazen veel ellende in de reële wereld voorkomen. Dus alle reacties en meningen blijven welkom, of het nu gaat om de situatie op de Krim of over een schennispleger in de wijk. Gebrek aan verstand van zaken moet hierbij geen belemmering zijn. Ook te weinig tijd of gebrek aan taalkennis moet niemand ervan weerhouden zijn of haar mening op te schrijven. 
 
Maar wie ben ik? Een blog is wel de ultieme reactie op internet. Hopelijk zonder al te veel taalfouten en anders is dat weer een mooie aanleiding voor velen om in de spreekwoordelijke pen te klimmen.

donderdag 6 maart 2014

Walvissen spotten

Wat is dat toch met mensen? Het fototoestel dat het grootste deel van het jaar onaangeroerd in de kast ligt, komt bij elke vakantie steevast weer te voorschijn. Volstaat gedurende het dagelijks leven meestal de camera van de mobiele telefoon, tijdens de vakantie moet de camera met 16 megapixels en 30x zoom toch echt mee. Dan volstaat een doorsnee camera niet langer. Gelukkig worden ook die camera’s almaar kleiner. Toch zie je menig toerist stoeien met fototassen, lenzen en statieven. Terwijl het hele gezin al lang toe is aan een volgende attractie moet er nog geposeerd worden om het moment voor altijd vast te leggen. Zoon en dochter hebben hun foto allang geplaatst op Facebook en bekijken de eerste ‘likes’ en reacties, terwijl vader nog aan het zoeken is naar de functie voor zelfontspanning. 
 
Een foto hoeft tegenwoordig niet in één keer goed te zijn. In dit digitale tijdperk knipt men er lustig op los om vervolgens tot de conclusie te komen dat de eerste foto van de Eiffeltoren de mooiste was, de overige 23 hadden eigenlijk niet meer gehoeven. Kennissen, familie en vrienden kun je al lang niet meer enthousiast krijgen om de 276 foto’s te bekijken die het weekendje Parijs hebben opgeleverd. Zij hebben alles kunnen volgen op internet, bovendien kennen zij de Eiffeltoren wel.
 
Nu staat de Eiffeltoren over het algemeen vrij stil. Erger wordt het als er dieren in het spel zijn. Ga maar eens walvissen spotten. Dit spotten betekent een boot vol mensen die wachten op het moment dat vlak voor hun boot een walvis hoog uit het water springt. Dat moment verwachten ze ook nog eens vast te leggen op de gevoelige chip. Echter, als er al een walvis wordt gespot dan heeft de kapitein opdracht om gepaste afstand te bewaren. Oftewel, dit is het ultieme moment waarop eindelijk de telelens gebruikt kan gaan worden. Is die 1600 euro toch niet voor niets uitgegeven! Lenzen worden gewisseld terwijl men de vaak prachtige omgeving ongemerkt langs zich heen laat gaan. Alle anticipatie komt tot uitbarsting als er eindelijk door iemand wordt uitgeschreeuwd ‘DAAAARR!’. Iedereen, met of zonder camera, rept zich naar de reling. In de verte is inderdaad vaag gespuit van water zichtbaar en iets wat door zou kunnen gaan voor een staart van de walvis. Het klikken begint. Men verdrukt elkaar om maar een foto van het watergesproei te maken. Niets of niemand wordt hierbij ontzien. Kijk niet vreemd op als er iemand over boord slaat tijdens deze worsteling. Eenmaal terug op de kade staat iedereen vervolgens enigszins teleurgesteld door de vele tientallen foto’s te bladeren waar de walvis net onder water is verdwenen of een mede toerist net zijn of haar hand voor de camera houdt. Of is dat toch een stukje staart? 
 
In het vervolg ga ik genieten van de tocht en koop na afloop ,in de onvermijdelijke souvenirshop, een ansichtkaart met daarop een walvis.