vrijdag 23 mei 2014

Verjaardagskalender

Op één of andere manier is het in Nederland een traditie om een verjaardagskalender in het toilet te hangen. Kennelijk willen we tijdens het doen van de behoefte op de hoogte gebracht worden van de aanstaande verjaardagen. Waar dit vandaan komt is mij een raadsel maar bij mij op het toilet hangt nog altijd een Garfield verjaardagskalender. Een typische kalender uit het begin van de jaren negentig in roze, blauwe en gele tinten die overigens wel wat aan helderheid hebben ingeboet. De kalender heeft al vele verhuizingen meegemaakt en vele toiletten van binnen gezien.
 
De kalender schetst een aardig beeld van mijn sociale geschiedenis. Veel mensen, van wie ik ooit dacht dat het nuttig zou zijn om de verjaardag te onthouden, zijn ondertussen al jaren uit mijn oog en hart verdwenen. Toch prijken ze nog altijd op de verjaardagskalender en word ik elk jaar opnieuw aan hun verjaardag herinnerd. De enige remedie is de aanschaf van een nieuwe kalender want ik kan me er niet toe zetten om de namen van uit het oog verloren personen door te strepen. Ook overleden mensen blijven er gewoon opstaan.
 
Hetzelfde principe doet zich bij mij voor op Facebook. Ook daar word ik regelmatig geconfronteerd met berichten van mensen met wie ik ooit ‘bevriend’ ben geraakt maar die ik nu al jaren niet meer in levende lijve heb gezien. De berichten die zij plaatsen en mij zouden moeten boeien, interesseren mij over het algemeen geen éne zier. Ondanks het feit dat het doorstrepen op Facebook vrij eenvoudig is door mensen te ontvrienden, doe ik dat toch niet vaak. Sommige 'vrienden' maken het overigens wel zo bont dat ik ze naar het strafbankje heb verwezen waardoor ik hun berichten niet meer zie, maar echt doorstrepen doe ik niet zo snel. 
 
Waarom streep ik mensen niet gewoon door? Ben ik bang dat mensen zien dat ik ze uit mijn leven schrap? Of weet ik niet exact het moment vanaf wanneer iemand geen onderdeel meer van mijn leven is? Ditzelfde fenomeen doet zich op nog veel meer plekken voor. Telefoonnummers van oude bekenden vind ik nog altijd terug zowel hardcopy als opgeslagen in mijn telefoon. Adressenboekjes bevatten nog namen en adressen van mensen die waarschijnlijk zonder mijn medeweten al verhuisd zijn. Ik durf zelfs te stellen dat enkele mensen die ik nog ken als getrouwd stel al gescheiden zijn, anderen hebben mogelijk kinderen gekregen of zijn zelfs al overleden zonder dat ik daarvan op de hoogte ben.
 
Een nieuwe kalender kopen en een nieuwe identiteit aannemen op internet, zie ik niet zitten. Er zit niets anders op dan in, én met, hun verleden verder te leven.
 
Lang zullen ze leven!
 

dinsdag 6 mei 2014

Award

Onlangs ontving ik van Benjamin Polyester de Liebsterprijs. Hoewel deze award mij onbekend was, voel ik me als beginnend blogger toch gevleid. Gelukkig gaat de uitreiking van de award niet gepaard met rode lopers en lange toespraken. Deze uitreiking gaat geheel volgens de werkwijze van een blog: volledig digitaal. Er bestaat wel een blogbal (zie ‘hetblogbal’) waar bloggers elkaar ontmoeten maar ik verwacht niet dat veel bloggers zich daar zullen laten fotograferen. Wat mij betreft houden bloggers het lekker digitaal en gaan de bloggers elkaar niet belangrijker maken dan strikt noodzakelijk. Desondanks ben ik gevleid door de mij toegekende prijs. Gelukkig vindt de uitreiking geheel in stijl, dus digitaal, plaats en kan ik mijn dankwoord ophangen aan de gestelde vragen. 
 
Mocht ik het ooit tot Zomergast van de VPRO schoppen dan zou mijn thema waarschijnlijk ‘zinloosheid’ worden. Een scene die mij daarbij te binnen schiet komt uit de film ‘A Bridge Too Far’. Een Engelse soldaat riskeert in die scene zijn leven om een verkeerd gedropte lading te bemachtigen. De Engelsen raken door hun voedsel, medicijnen en munitie heen terwijl ze omsingeld zijn door Duitsers. Elke bevoorrading is dus welkom. Op het moment dat de Engelsman lijkt te gaan slagen, wordt hij door Duitse kogels dodelijk getroffen en wordt de lading zichtbaar: gloednieuwe baretten. 
 
Waarschijnlijk heeft men de ouders van deze soldaat verteld dat ze met trots aan hem terug mogen denken omdat hij dapper in de strijd is gestorven. Hoe zinloos zijn dood is geweest, zal niet vermeld zijn. Een dergelijke grote trots ken ik niet. Wel maken vele kleine totsjes van mijn leven één grote trots. 
 
Vraag je mij waarvan ik kan genieten dan is dat zoiets kleins als: vlak na aankomst in een ver land en nog moe van de reis, in korte broek, op een terras in de zon, heerlijk genieten van een koud biertje. De meeste landen die ik heb bezocht, zijn mij zo bevallen dat ik er weer naar terug wil. De ‘todo’ lijst wordt dus niet korter, alleen maar langer. Landen als Chili, Vietnam en Thailand zou ik graag wel eens willen bezoeken. Hoewel ik best eens een tijd in het buitenland zou willen wonen en werken, zou ik met moeite definitief afscheid kunnen nemen van Nederland. Voorlopig houd ik het bij reizen. 
 
Hoewel ik verre landen zeer boeiend vind, mag ik het graag kalmpjes aan doen en inderdaad genieten van een biertje, goed eten en goede hotels. Hoe anders moet dat in tijden van Abel Tasman en James Cook zijn geweest. Die zou ik wel eens willen spreken over hun beweegredenen om maandenlang op zee rond te varen richting het ongewisse. Ook Napoleon, George Patton en Bruce Springsteen zou ik op een feestje wel eens willen tegenkomen. Hoewel ik niet direct het gevoel heb dat het allemaal feestbeesten zijn die voor een gezellig feest zorgen.
 
Maak me tijdens een reis niet wakker voor een zonsopkomst. Regelmatig ben ik met harde hand uit bed gehaald om het begin van de dag te gaan bekijken. Net zo regelmatig was het echter zo bewolkt en regenachtig dat er geen zonnestraal te zien was. 
 
Morgen ga ik weer hard aan de slag om de economie er bovenop te helpen. Ik geef me echter weinig kans! 
 
Nogmaals dank.