vrijdag 2 december 2016

Handdroger

Wat is dat toch met het afdrogen van handen in openbare toiletten? Op de lagere school begon het met een katoenen handdoek. Eerst je handen wassen met een stuk zeep dat was bevestigd op een ijzeren stang en er uit zag als een te kleine uitgedroogde rugbybal. Daarna probeerde je je handen te drogen met een handdoek die al kletsnat was geworden door al het gedroog van je klasgenootjes. Of die handdoek ooit werd gewassen heb ik mij destijds nooit afgevraagd en aan die vraag durf ik mij nu niet meer te wagen.

Al snel werd dit probleem verholpen door de handdoekrol. De rol moet stevig aan de muur worden bevestigd want niet zelden moet er met het volle gewicht aan gehangen worden om de handdoek aan het rollen te krijgen. Helaas blijkt de rol eindig en is de kans groot dat wanneer jij wilt gaan drogen al velen naar dat laatste, onvindbare, droge stukje handdoek hebben gezocht.

Een andere oplossing werd gevonden in de vorm van papieren handdoekjes. Geen doordrenkte handdoeken meer en je hoeft ze ook niet te wassen. Wel moet je de schuurpapieren doekjes aanvullen en na gebruik weggooien. De vullers van de handdoekdispenser krijgen instructie om er veel te veel in te doen zodat ze er te strak in zitten. Iemand die als eerste één handdoekje wil pakken, moet er een hele stapel uitrukken om zijn of haar handen te drogen. Doet diegene dat niet dan blijft er een berg handdoeksnippers op de vloer en in de wasbak achter. Ook worden de vullers zo nu en dan geacht de handdoekjes er verkeerd om in te doen waardoor ze er sowieso per stapel uit moeten worden getrokken. Helaas raken deze papieren handdoekjes ook op. Dat gaat gezien de geschetste problemen sneller dan verwacht.

Natuurlijk is er een hybride vorm gevonden. De combinatie van de handdoekrol met de papieren handdoekjes. Je krijgt telkens een stukje van de papieren rol aangeboden waarna je geacht wordt een stuk af te scheuren. Ook deze rol is echter eindig en dus geen echte oplossing.

Nu doet de handdroger zijn intrede. Eerst met drukknop om hem te starten, later hoef je er je handen maar onder te houden en, als het goed is, begint het apparaat te blazen. Iemand met zeeën van tijd en veel geduld zal mogelijk ooit droge handen aan deze exercitie hebben overgehouden maar ik moet nog altijd mijn handen aan mijn broek afdrogen terwijl ik het toilet verlaat. Dit euvel is niet onopgemerkt gebleven bij de droogindustrie en men is met een oplossing gekomen in de vorm van een hands-in handdroger. Bij gebruik van deze machine ben ik blij als ik al mijn vingers na afloop nog heb en mijn huid niet al te zeer is verschoven. Voor droge handen neem ik de gehoorbeschadiging graag op de koop toe. Bovendien is de energierekening gelukkig voor de uitbater van het toilet.

Alle bovenstaande handdroog oplossingen kom ik in de praktijk nog tegen. Kennelijk is er nog geen definitieve, alles oplossende optie gevonden. Kom maar op met de volgende stap in de evolutie van de handdroger

woensdag 21 september 2016

Voetbal..... saai

Dat was me een sportzomer wel! Zoals elk jaar hadden we de Giro d’Italia, Wimbledon, de Tour de France en zijn broertje de Vuelta España maar daar kwamen deze zomer ook nog eens het Europees kampioenschap voetbal in Frankrijk en de Olympische spelen in Rio de Janeiro bij. Zojuist zijn de Rio 2016 Paralympics afgerond en kunnen wij en de heren en dames sportcommentatoren eindelijk bijkomen.

Ik zal maar direct vertellen dat ik geen fanatieke sporter ben en zelfs geen fanatieke kijker. Er is mij bij het kijken naar de uitzendingen van de Olympische Spelen wel iets opgevallen. Ineens worden er namelijk sporten uitgezonden die leuk zijn om naar te kijken maar normaal gesproken niet aan bod komen, of het moet op een tijdstip zijn dat iedere burger ligt te slapen of op een zender die ik niet afneem van mijn kabelexploitant. Het is begrijpelijk dat populaire sporten zoals voetbal, tennis, wielrennen en hockey veel aandacht op de Nederlandse televisie krijgen. Als we daar het schaatsen in de winter bijvoegen dan hebben we het sportplaatje wel compleet. Alle hiervoor genoemde sporten vallen echter niet in de categorie “interessant om naar te kijken”.

Met enige regelmaat eindigt een voetbalwedstrijd in 0-0, soms zelfs een bloedeloze. Nou niet echt iets om je op te verheugen op een zondagmiddag. Als er vier doelpunten in 90 minuten vallen dan heb je te maken met een uitzondering. De wielrenners heb ik deze zomer live aan mij voorbij zien racen. Als dit in totaal 13 seconden duurde dan schat ik het hoog in, ik reken de motoren en volgauto’s niet mee. Een paar uur op televisie naar een wielerwedstrijd kijken, is ook geen bezigheid die je op het puntje van je stoel doet. Pas bij een eventuele eindsprint wordt het spannend. Laat ik maar niet over tennis en het rijden van 10 kilometer aan rondjes op de schaats beginnen want het is zo al saai genoeg.

Het is mooi om te zien dat er sporten bestaan die wel de moeite waard zijn om te kijken. Neem nou basketbal. Het spel gaat snel op en neer en er wordt vaak gescoord, al tellen ze de punten dubbel. Dat aan het eind van de rit Amerika wint doet eigenlijk niet ter zake. De bal is goed zichtbaar in tegenstelling tot hockey waar je af en toe maar moet gokken waar de bal is. Waarschijnlijk al tegen een voet van de tegenstander aangekomen. Zelfs volleybal en handbal zijn leukere sporten om naar te kijken dan onze favoriete nationale sporten.

Het is wat mij betreft dan ook een goed teken dat het Nederlands elftal niet mee mocht doen aan het EK. Laten we ons vanaf nu richten op de leuke en interessante sporten en dan bedoel ik niet sportvissen of golf die volgens het ledenaantal respectievelijk op nummer 3 en 4 van populaire sporten staan.